ENERGY
Set the number of columns the text should be broken into.
Het foodcluster omvat alle schakels uit de voedselproductieketen. Van groothandel in voedingsmiddelen tot restaurants, van landbouw tot gespecialiseerde winkels in voedingsmiddelen. In de IJmond gaat het vooral om de vangst, verwerking, opslag en handel in vis. Er zijn twee stromingen: de verse visserij en de pelagische visserij. De verse visserij betreft de vangst, aanlanding, verwerking en verkoop van op de Noordzee gevangen platvissoorten, zoals schol, tong, tarbot, griet, inktvis en rode mul. De pelagische visserij omvat bedrijven die op de Noordzee, de Atlantische Oceaan en andere wereldzeeën andere vissoorten vangen die niet op de bodem, maar in de ‘waterkolom’ verblijven en aan boord verwerkt en ingevroren worden.
Aan het einde van de 19e eeuw – en dus aan het begin van de IJmondse havenactiviteiten – draaide alles om vis. In de eerste decennia betroffen de economische activiteiten in de havens alleen verse visserij. In de jaren ‘60 van de vorige eeuw werd haring overbevist, met als gevolg dat de visquota werden beperkt. Tegen de achtergrond van deze ontwikkeling is de pelagische visserij ontstaan. Pelagische rederijen zijn vaak grotere bedrijven die op soorten vissen als haring, makreel, horsmakreel, blauwe wijting en sardien.
De vraag naar verse vissoorten op de visafslag is nog altijd hoog. Het aanbod staat echter onder druk door een aantal beperkingen. Bij verse visserij wordt er op de bodem gevist. De pulstechnieken is vanaf april 2021 voor alle vissers verboden. Er wordt nu in de Europese politieke sferen gesproken over een verbod op de gehele bodemroerende visserij. Daarnaast heeft de Brexit gezorgd voor quotabeperkingen. Andere beperkingen komen voort uit vangstgebiedenvermindering. Door wind op zee en door de uitbreiding van Naturagebieden worden steeds meer gebieden gesloten voor visvangst. Daarnaast drukt ook de stijgende brandstofprijs op de kostprijs en dus de winstgevendheid van de verse visserij. De pelagische visserij is in de afgelopen jaren uitgegroeid tot een stabiele sector met duurzame quota.
De visserij heeft uiteraard een haven nodig. Toegang tot vangstgebieden is randvoorwaardelijk en hoe dichterbij hoe goedkoper. De directe toegang tot de Noordzee minimaliseert de vaarkosten. Dit is een belangrijke reden voor het ontstaan van een door vis gedragen foodcluster in de IJmond.
Bedrijven in de verse visserij zijn relatief klein en maken reizen van enkele dagen waarbij ze vissen op de Noordzee. De gevangen vis wordt aan de visveiling in IJmuiden geleverd die de vis vervolgens met het eigen PEFA Internet-visveilingsysteem vermarkt. In 2021 had de IJmuidense veiling met 26 procent na Urk het grootste marktaandeel in de verse visserij. In vergelijking met Urk ligt in IJmuiden de focus op het vangen en verhandelen van duurdere soorten als tong, tarbot, inktvis, rode mul en rode poon. Via de visveiling worden deze soorten voor het grootste deel geëxporteerd naar bijvoorbeeld Zuid-Europa.
In tegenstelling tot de verse visserij richt de pelagische visserij haar activiteiten op de ‘waterkolom’. Via sonartechnieken worden scholen van soms wel 100 meter hoog in kaart gebracht waar dan een fractie van gevangen wordt, waarmee de bijvangst wordt beperkt. Deze tak van de visserij richt zich op soorten als haring, heek, blauwe wijting, horsmakreel en makreel. Omdat de schepen drieweekse reizen maken zijn er vriesruimen aan boord geplaatst. De gevangen vis wordt verwerkt, verpakt en aan boord diepgevroren om uiteindelijk aangevoerd en opgeslagen te worden in vrieshuizen op de haventerreinen van de IJmond.
In IJmuiden worden verse vis en pelagische vis aangevoerd. Aanvullend daarop wordt vanuit verre oorden vis geïmporteerd. Deze drie soorten inkomende visstromen worden vervolgens vanuit IJmuiden over heel Europa gedistribueerd. Diepgevroren vissoorten worden ook naar buiten Europa geëxporteerd. De havens in IJmuiden hebben daarmee een echte draaischijffunctie. In figuur 2.3 is deze gevisualiseerd.